Terugkeer van de waterplant
Het terugdringen van vervuiling met rioolwater en meststoffen heeft Nederlandse wateren een stuk schoner gemaakt. We zien steeds meer waterplanten en waar de brasem ooit alleenheerser was, zijn blankvoorn, baars en snoek in opmars. De veranderingen zijn ingrijpend en dat is misschien even wennen.
Wie in 2006 had gezegd dat de Kagerplassen tussen Leiden en de Haarlemmermeer binnen tien jaar vol zouden staan met waterplanten, was waarschijnlijk voor gek verklaard. Waterplanten waren decennialang erg zeldzaam in dit veenplassengebied. Ze wilden domweg niet groeien omdat slib en algen verhinderden dat zonlicht de bodem kon bereiken. Zwemmen werd soms zelfs afgeraden, omdat de waterkwaliteit niet aan de normen voldeed.
Hoe anders is het nu. Het Hoogheemraadschap Rijnland ging in september 2015 voor het eerst waterplanten opruimen in de ondiepe delen van het plassengebied. Eigenaren van motorboten klagen namelijk steen en been over vastlopende scheepsschroeven en verstopte koelwatersystemen.
Wie tegenwoordig op een zonnige dag aan de oevers staat kan diep kijken: de Kagerplassen zijn glashelder geworden, met een doorzicht van minstens anderhalve meter. Onder de wateroppervlakte is in tien jaar tijd veel veranderd, blijkt uitmetingen van het Hoogheemraadschap.
Minder brasem
De vervuiling met fosfaat is bijna gehalveerd en er zweven fors minder algen in het water. De visstand is ook sterk veranderd. In 2006 bestond 70 procent van het visbestand in de Kagerplassen nog uit brasem, in 2013 nog maar twintig procent. Het gewoel van brasems in de bodem is afgenomen, waardoor er minder slib in het water zweeft. Verder heeft de quaggamossel ook hier voet aan de grond gekregen; deze filteraar haalt algen en slib uit het water en zorgt dus ook voor extra helderheid. Waterplanten baden nu in het zonlicht; ze groeien als kool.
De Kagerplassen zijn het recentste voorbeeld van een groot plassengebied waar waterbeheerders zich het hoofd breken over wat je de keerzijde van het succes kan noemen. Jarenlang is er hard gewerkt om vervuiling van het water met meststoffen terug te dringen, en waterplanten te laten terugkeren. Nu dat is gelukt, lijkt de natuur geen maat te houden: waterplanten groeien tegen de klippen op en visvangsten veranderen in enkele jaren van samenstelling. Waterplanten worden nu zelfs bestreden.
Open, troebel water trekt namelijk andere vissoorten dan helder water met een plantenwoud. In het Eemmeer, Gooimeer en Nijkerkernauw gebeurde die verandering al enkele jaren geleden. Het aandeel brasem en snoekbaars is daar gedaald, terwijl blankvoorn, baars en snoek nu vaker voorkomen. Er is nog altijd sprake van een gezonde brasemstand, maar deze soort krijgt niet meer de overhand. (…..)
Artikel verschenen in Beet 4 2016