Blog

Factcheck: je kunt zwemmen in de Leidse Singel, maar dat zegt veel minder over welvaart en welzijn dan Diederik Samsom voorspiegelt

Baggeren in de Leidse Singel, zomer 2009 Foto: AvtH

Zwemmen in de Leidse Singel is een klein teken van grote vooruitgang, schrijft Diederik Samsom in de Volkskrant. Samsom voert zijn zoontje op als voorbeeld van een generatie die dingen kan doen en bereiken, die voor hemzelf onmogelijk waren. Een duik in de sloot laat zien dat het béter gaat, ondanks dat zoveel mensen klagen over dalende koopkracht, studieschulden, onbetaalbare woningen, en een middenklasse die de volgende recessie zonder spaarsaldo tegemoet gaat. “Welvaart en welzijn worden door zo veel meer bepaald dan inkomen alleen”, schrijft Samsom, en dat simpele zwemuitje is daar een heel treffend, heel klein, heel menselijk voorbeeldje van.

“Ik moest daaraan denken toen mijn zoontje onlangs aankondigde te gaan zwemmen met vriendjes en ik opmerkte dat het zwembad wegens verbouwing was gesloten. Wat bazelde ik nou over een zwembad, ze gingen zwemmen in de Singel, de stadsgracht rond het centrum. Mijn generatie herinnert zich nog de noodzaak tot een tetanusprik als je met je schaats door het ijs van diezelfde gracht zakte. Toentertijd kon je in de Singel je foto’s ontwikkelen.”

Kniediep water

De Singel is een stukje Leiden waar ik bijna dagelijks langs fiets. En inderdaad, het is een populair zwemwater geworden. Vooral ter hoogte van het Plantsoenpark; daar liggen de laatste jaren op zomerse dagen tientallen buurtkinderen en studenten in het water, en oogt de graskant als een groen strand.

Een decennium geleden heb ik uren met een hengel langs de kant gestaan tegenover het Plantsoenpark, toen mijn zoontje bevangen was door het vis-virus. In die jaren werd er niet gezwommen, maar dat had weinig te maken met chemie of infectieziekten. Op de meeste plaatsen stond het water tot ver uit de oever kniediep, en je raakte gegarandeerd verstrikt in de uitgestrekte waterlelievelden. De vaargeul in het midden van de Singel was zo smal dat de rondvaartboten van Rederij Rembrandt tientallen meters voor hun passage het water als een branding aanzogen. Maar de Singel was helder en er zwom veel vis.

Honderd zwembaden

In 2009 veranderde alles met het weggraven van 260.000 kubieke meter baggerslib uit de Leidse singels en grachten. Zand en slib hadden zich opgehoopt, met in de diepere lagen vervuiling uit tijden waarin milieuregels nog niet bestonden. Die verontreiniging zat op zich goed vastgeplakt aan de bagger, maar als je gaat graven moet je er wat mee. De vrachtwagens zwartgrijze drab reden de zwaarst vervuilde prut naar de Slufter, het depot bij Rotterdam, de rest werd gebruikt om een lokale zandwinplas te verondiepen. Zoals vaker is de vervuiling weliswaar weg, maar toch ook niet echt verdwenen. Het is eerder weggewerkt op een plek waarvan we op dit moment geloven dat het geen kwaad kan.

De bodem van de Singel is nu een meter uit de kant twee meter diep. Lekker breed zwemwater, je kunt er zo inspringen. Er is het equivalent van honderd Olympische zwembaden aan bagger verwijderd. Het volume van de Leidse waterlopen is dus verveelvoudigd en ook de doorstroming is verbeterd. En doordat het water van de grote rivieren, en omringende polders en vaarten in dertig jaar geleidelijk schoner is geworden, geldt dat ook voor de Singel.

Hondenstrontzakjes

Betekent dat een onbezorgde duik, zoals Samsom beweert? Ik ben bang van niet, en dan denk ik niet alleen aan de weke, gevulde hondenstrontzakjes die soms aan je vishaak blijven hangen. Maar ook aan blauwalg, E. coli en norovirus, of Cryptosporidiose. Riolen lozen tegenwoordig niet meer op het oppervlaktewater, maar na hevige regenval kan er wel overstort plaatsvinden. Precies om die reden werd vorig jaar de Amsterdam City Swim afgelast. En vergeet ook de rioolwaterzuiveringen niet: die halen wel veel troep uit ons bruine afvalwater, maar het gezuiverde goedje dat ze weer lozen is bepaald geen bacterievrij Spa blauw.

De door Samsom genoemde tetanusbacterie zit overigens net als vroeger nog altijd in het straatvuil, en komt via regenwater in sloten en grachten terecht. Niet voor niets waarschuwen populaire zwemevenementen voor de gevaren van tetanus-infecties, en zwemmen met wondjes. Daarom wordt mensen die tijdens het zwemmen in open water een wond oplopen, geadviseerd een arts te raadplegen, die soms een extra tetanusvaccinatie geeft.

Schijten als een reiger

Gelukkig zit tetanus-vaccinatie sinds de jaren vijftig in het Rijksvaccinatieprogramma, dus de meeste mensen zijn gewoon beschermd tegen infectie. Voor invoering van het vaccin stierven er jaarlijks vijftig mensen aan de ziekte, tussen 2004 en 2015 was er één sterfgeval.

Wat Samsom precies bedoelt met zijn historische voorbeeld van tetanus-prik na een schaatsongeluk is hoogst raadselachtig. Het risico van tetanus in zwemwater is geen voorbeeld van generatiewinst op niet-economisch vlak. Toen Samsom vijftien was, lag het aantal tetanusgevallen in Nederland dankzij vaccinatie op vijf, tegenwoordig op één a twee. Er is niets veranderd, niets verbeterd.

Hijzelf en zijn zoon plukken dezelfde vruchten in de vorm van bescherming tegen een alomtegenwoordige bacterie. Die bacterie zit ook in de Singel, met een zwik andere infectieziekten, al blijft de kans op een infectie en echt nare gevolgen klein. Meestal betekent het gewoon een paar dagen diarree, of in goed Haags: schijten als een reiger. Tenminste, dat herinner ik me van zomerse zwemdagen bij de recreatieplas Madestein bij Den Haag, begin jaren tachtig. Dat water was voor zover ik weet ongeschikt voor fotochemie, ik heb er alleen gesurft en gezwommen.

Foto’s ontwikkelen

Volgens Samsom kon je in zijn jeugdjaren foto’s ontwikkelen in de Singel. Het zal ongetwijfeld een snedige beeldspraak zijn – ik heb hem vaker gehoord in milieukringen –  maar het signaleert wel een vorm van ernstige watervervuiling. Ik vermoed dat Samsom hier herinneringen aan de Leidse historie van lakennijverheid, de vervuilende Leidse gasfabriek en vroege industrialisatie op de jaren 1980 projecteert.

Op zich wel logisch, want de Leidse historie stinkt een uur in de wind. Veruit het goorst waren de Leidse wateren vermoedelijk in de zestiende eeuw. Al in 1591 verscheen een heus rapport over ondraaglijke stank en gevaren voor de volksgezondheid van stadswateren die als riool, industriewater en drinkwater werden gebruikt. In Samsoms jeugdjaren was de meest vervuilende industrie al failliet gegaan of uit Leiden verdwenen, en was rioollozing teruggedrongen en het ophalen en verwerken van huisvuil sterk verbeterd. Want dat was vooral een probleem: het huisvuil dat Leienaars vanuit de voordeur in grachten en singels donderden. Maar dat was in de jaren 1970 al grotendeels verleden tijd.

Schamel wisselgeld

Het Leidse water heeft vanaf 1985 vooral geprofiteerd van landelijk milieubeleid dat meststoffen (fosfaat, stikstof), koper en zink heeft teruggedrongen in de grote rivieren en andere wateren. Want al dat water stroomt uiteindelijk door Leiden. Die verbetering is te zien in vrijwel alle wateren in Rijnland. Daardoor groeien er in de zomer minder algen en is het minder een groene, ondoorzichtige soep. En waar je waterplanten ziet groeien en je de bodem kunt zien, krijg je eerder zin om te zwemmen. (Bacteriën, virussen en parasieten zie je dan weer niet, die voel hooguit een paar dagen later in verhoogde aandrang.)

De Singel is dus niet de kiemvrije badplaats geworden waar Samsom het stadswater voor houdt. En het is zeker niet zo dat er in vergelijking met veertig jaar geleden een giftige chemische waas is opgetrokken. Samsom wil de lezer te graag doen geloven dat het in zijn jeugd allemaal bedroevend veel slechter was, om zo het contrast met de huidige generatie wat glans te geven. Maar daarbij gebruikt hij teveel dichterlijke vrijheid en stijlfiguren. We mogen natuurlijk blij zijn met een duik in de Leidse Singel, maar het is al met al toch schamel wisselgeld voor de economische en sociale uitdagingen van een nieuwe generatie.