De waterraaf lust vooral baars
De aalscholver werd lange tijd bestreden, dreigde ooit uit te sterven, en maakte vervolgens een glorieuze comeback. Toch kijken veel vissers nog altijd met gemengde gevoelens naar deze viseter. Maar wat is er eigenlijk bekend over het dieet van de aalscholver en z’n invloed is op de visstand?
Er is geen wilde vogel die zo regelmatig terugkeert in de verslagen en Kamervragen van de Tweede Kamer als de aalscholver. Dat laat mooi zien hoe deze watervogel door de geschiedenis zelfs de politiek heeft beziggehouden.
Zo vroeg in december 1909 het Rooms-Katholiek Kamerlid F.H. van Wichen de minister van landbouw om harde maatregelen. Volgens hem zou de aalscholver twee kilo paling per etmaal verslinden, een verhaal dat ook in de jaren erna nog vaak de kop opsteekt. “Wat deze watervogelsoort dus betreft, wensch ik de aandacht van den Minister er thans reeds op te vestigen, dat het in het belang der visscherij zaak zal zijn om deze vischroofvogelsoort als zeer schadelijk aan te merken en de uitroeiing ervan zooveel mogelijk, zij het ook door het uitloven van premien, te bevorderen.”
Bij de poelier
Premies voor het doden van aalscholvers werden in Nederland al in de zeventiende eeuw uitgeloofd. Tegelijkertijd zijn aalscholvers nooit helemaal vogelvrij geweest. Rijke landeigenaren beschermden aalscholver- en reigerkolonies, zodat ze eieren en vogels konden oogsten. De aalscholverkolonie bij Lekkerkerk was bijvoorbeeld een mooie inkomstenbron. Van de zesduizend jonge vogels haalde de eigenaar er in 1919 tweeduizend van het nest en verkocht ze aan een Rotterdamse poelier, wat ‘m 1500 gulden opleverde.
De Vogelbescherming zag in dit gecontroleerd oogsten van aalscholvers een manier om boze beroepsvissers tevreden te houden. Handel in aalscholvers hield de populatie onder de duim, en de kolonies werden tegelijkertijd beschermd tegen totale uitroeiing. Toch werden in de oorlogsjaren veel kolonies herhaaldelijk leeggeroofd en ging het begin jaren zestig door watervervuiling bijna mis met de aalscholver.
Er broedden toen nog slechts 800 paar in Nederland, en de aalscholver belandde op de Rode Lijst. Maar door wettelijke bescherming, schoner water en een verbetering van de visstand is het aantal weer sterk toegenomen. Het aantal broedparen in Nederland schommelt nu sinds 1990 rond de 20.000, waarvan ongeveer de helft rond het IJsselmeer verblijft.
Braakballenonderzoek
Volksverhalen over grote hoeveelheden paling die de aalscholver dagelijks zou verslinden, kunnen pas sinds een jaar of dertig echt worden onderzocht. Een aalscholver die minutenlang worstelt met een forse aal of een jonge snoek, maakt altijd veel indruk. Maar toch weet je dan nog niet of het een uitzondering is en wat alle andere aalscholvers dagelijks aan vis vangen. Zeker als ze jagen op open water ver uit zicht. (…..)
Artikel verschenen in Beet 01 januari 2017