Hap, slik, weg.
Snoek lijkt alles te pakken wat beweegt en in z’n bek past. Dat klopt grotendeels, maar deze roofvis houdt ook rekening met de aanwezigheid van soortgenoten. Want diefstal en kannibalisme liggen altijd op de loer. Een snoek die z’n bek vol heeft verandert al snel van jager in prooi.
Drie halfwas meerkoeten komen aangezwommen langs een rietkraag in de jachthaven van Lelystad. Ze zijn druk met voedsel zoeken. Hoewel het water ondiep en kraakhelder is, zien de vogels de stevige snoek niet die vlak onder oppervlak ligt. De vis draait z’n lijf een kwart slag, om gelijk een van de koeten te grijpen. Snoek zwemt happend weg; alleen vogelkop en twee poten steken uit z’n bek.
Het is een geslaagd natuurfilmpje dat Wouter Stroo schoot in de zomer van 2012. Verhalen over de voorkeur van snoek voor jonge watervogels zijn bekend, maar zulke close up beelden zijn uitzonderlijk.
Snoek vreet veel, naast vis ook kikkers en kuikens. Eigenlijk alles wat in het water zwemt of drijft is niet veilig, zelfs slangen en roofvogels. Voor Rovers 3, 2014 schreef ik een verhaal over de voedselecologie van de snoek. Een vis die graag soortgenoten eet, maar liever kleinere prooien kiest.