Evolutie van de racemakreel
Deze Spaanse makreel is ruim veertig centimeter lang en weegt iets minder dan een kilo. Het is een Scomberomorus brasiliensis – de soortnaam verraadt de wateren waar hij werd gevangen. Eronder ligt de vaderlandse ‘gewone’ makreel (Scomber scombrus).
Ze zijn tot in elk detail familie van elkaar. Uitgaande van een gemeenschappelijke voorouder zijn er in de loop van miljoenen jaren wat verschillen in stroomlijning, motorvermogen en beplating tot stand gekomen. Allebei passend bij hun levensstijl, maar de basisonderdelen zijn gelijk gebleven. Leg er een blauwvintonijn naast (het racemonster uit de makrelenfamilie) en je herkent weer de verwantschap. Mooie illustratie van evolutionaire tuning.
De Spaanse makreel is meer op snelheid gebouwd dan z’n neef uit de Noordzee. Dat zie je vooral aan de vorm van de maanvormige staart en kiel vlak voor de staartvinnen. Die horizontale uitsteeksels verminderen wrijving als de smalle staartwortel snel door het water heen en weer beweegt. Snelzwemmende haaien, zwaardvissen en ook dolfijnen hebben staartkielstructuren.
De twee kleinere kieltjes op de staart staan schuin en naar elkaar gericht. Ze helpen waarschijnlijk als een soort trechterstructuur om de waterstroming op de staart te versnellen. De gewone makreel heeft geen dikke horizontale kiel maar slechts twee nauwelijks zichtbare kleine kieltjes.
Beide makreelsoorten hebben minuscule vinnetjes tussen rugvin en staart. Die verminderen turbulentie rond de staart en maken zo de voortbeweging efficiënter.
Het op naam brengen van deze Spaanse makreel leverde wat hoofdbrekens, omdat er twee soorten zijn die erg op elkaar lijken: de Atlantische Spaanse makreel (Scomberomorus maculatus) en de Serra Spaanse makreel (Scomberomorus brasiliensis). De eerste zwemt voor de kust van Florida en Mexico, de tweede vanaf Belize tot het zuiden van Brazilië. Pas in 1978* werden ze van elkaar onderscheiden op basis van wervelaantal en borstvinlengte.
De Spaanse makreel en de gewone makreel werden in de oven getransformeerd tot pepesan. Bij de postdiner anatomische les bleef de wervelteller steken op 47, waarmee het S. brasiliensis moet zijn geweest. De smaaktest viel overigens ruim in het voordeel uit van de Spaanse makreel. Iets droger en veel smakelijker vlees. Dat zal iets te maken hebben het dieet van vis en tropische garnalen van deze soort. De gewone makreel is meer een planktoneter.
*Met dank aan Pepijn van Erp voor het helpen aan literatuur over wervelaantal bij makrelen.