Egoïstische vleeseters (5) – feiten, fictie en framing
De eerste golf publiciteit over het ‘vleeshufteronderzoek’ was een sterk staaltje framing. Hoe de media met objectieve verslaggeving toch de feiten geweld aan kunnen doen.
Met een berisping van hoogleraar Roos Vonk is het dossier over het onderzoek naar de psychologie van vlees eten afgesloten. Diederik Stapel is ontslagen voor het verzinnen van de onderzoeksdata. Roos Vonk had daar geen aandeel in, concludeert het CvB van RU Nijmegen . Ze is berispt voor de manier waarop ze, voordat er een publicatie was verschenen, naar buiten is getreden, en de suggestie wekte dat ze een grote bijdrage aan het onderzoek had geleverd.
“De bemoeienis van mevrouw Vonk met de opzet en uitvoering van het onderzoek was zeer gering. (…) Zij heeft voorbarig conclusies verbonden aan data die ze niet zelf had verzameld en ook niet gecontroleerd.”
Ook de afdeling voorlichting van de RU Nijmegen wordt op de vingers getikt. “Het college van bestuur stelt ook vast dat de wetenschapsredactie van de universiteit geen medewerking had mogen geven aan het persbericht. Daarbij is de zorgvuldigheid onvoldoende in het oog gehouden. Het college heeft hierover een aantal keer met de redactie gesproken.”
Het persbericht was door haarzelf opgesteld, zo verklaarde Vonk eerder: “Ik had nooit eerder een persbericht gemaakt over onderzoek; in het verleden kwamen journalisten meestal op mij af na een onderzoek en dan werd er ook al druk over geschreven vóórdat het beoordeeld was. Maar ik duik niet weg voor de verantwoordelijk: ik heb het persbericht aangeboden aan de communicatieafdeling en dat was te voorbarig.”
Voor een allereerste persbericht is het een bijzonder resultaat. Je gaat bijna vermoeden dat een mediastrateeg even een helpende hand heeft toegestoken. Dat komt door zowel de vorm als de inhoud. Het persbericht oogt als een kant-en-klaar journalistiek artikel en het heeft precies de juiste woordkeuze. Zowel de lopende tekst als de quotes van de drie betrokken hoogleraren putten uit exact dezelfde metaforen en vocabulaire.
Meer specifiek: de framing in het persbericht is heel consequent en effectief. Het frame – vlees eten = hufterig – bouwt voort op eerdere maatschappelijke discussies waarin vleesconsumptie wordt vergeleken met autorijden (en de ‘asobak’ Hummer), en vleesconsumptie in het algemeen als antisociaal wordt getypeerd (bijvoorbeeld naar aanleiding van de documentaire Meat the Truth). “Een vegetariër in een Hummer stoot minder broeikasgas uit dan een vleeseter in een Prius”, is een bekende – half ware – quote in dit verband.
De woordkeuze en invalshoek in het persbericht volgen niet uit het zogenaamd wetenschappelijk onderzoek van Diederik Stapel. Het zijn metaforen, betrekkelijk nieuwe stereotypen in de maatschappelijke discussie over duurzaamheid en dierenwelzijn.
Kenmerk van een goed gekozen frame is dat het heel vanzelfsprekend, zonder kanttekeningen wordt overgenomen. De resultaten werden binnen een dag op de sites van vrijwel alle landelijke media weergegeven met precies dezelfde woorden als het persbericht. Dat het ANP het oppikte en bewerkte speelde een belangrijke rol, zo laat navraag door de NRC-ombudsman zien. Veel sites baseerden zich vervolgens op ANP (zie bijvoorbeeld de links in de vorige post over dit onderwerp).
“Spaak, redacteur Gelderland, had een persbericht gelezen en de site bekeken van een van de drie onderzoekers. Dat was de Nijmeegse hoogleraar Roos Vonk, die een enthousiast verhaal had over het onderzoek. Toen was het tikken geblazen. Spaak, per e-mail: „Wij worden geacht snel, objectief, kort en bondig te zijn. Dus hebben we het sec gebracht, erop vertrouwend dat een universiteit geen onzin de wereld in gooit.”
De vleeshufteraffaire laat zien dat er naast wetenschapsfraude ook interessante communicatieverschijnselen speelden. Het persbericht deed veel meer dan wetenschapsnieuws populariseren. Het probeerde het publiek te overtuigen dat de wereld op een bepaalde manier in elkaar zit – dat vlees eten hufterig is. Media gaven in dit geval met objectieve berichtgeving en volkomen correct citeren veel meer door dan een wetenschappelijk onderzoeksresultaat.